Korte geschiedenis van onze vereniging

Eind jaren zeventig van de vorige eeuw waren er een aantal enthousiaste tuinders die hun hobby beoefenden op een stuk land dat zij individueel huurden van een landbouwer die dat stuk grond niet gebruikte. Hij woonde in de boerderij die iets ten noordwesten van ons huidig areaal staat. De boerderij staat er nog steeds.

Deze boer ploegde in de winter het stuk land, zette in het voorjaar de tuinen uit met stukken touw en verhuurde de percelen. Opstallen op de tuinen bestonden toen niet.

De individuele huurders besloten een vereniging op te richten. Dat was op 10 december 1981. De notariële oprichtingsakte dateert van 2 november 1982. De Recreatieve Volkstuinvereniging Bokt (RVB) was geboren en bestaat nog steeds op de zelfde grond waar het destijds begon, aan Bokt in Eindhoven.

Sinds 1991 wordt de grond van de Gemeente Eindhoven gehuurd. Enige uitbreidingen in vierkante meters hebben sindsdien plaatsgevonden; nu wordt er 2,6 hectare gehuurd.

De vereniging is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardige volkstuinvereniging die haar bestaansrecht heeft bewezen, gezien het groot aantal leden en activiteiten.

Geschiedenis van de volkstuin in het algemeen

Een volkstuin is een particuliere tuin die niet bij de eigen woning ligt. Volkstuinen zijn er in vele soorten en maten: van traditionele moestuinen waar groente en eventueel fruit en kruiden op verbouwd worden, tot siertuinen met bloemen, heesters, een gazonnetje, een vijver en zelfs bomen. Soms hebben siertuinen een thema, bijvoorbeeld een Engelse landschapstuin, een rotstuin, een natuurvriendelijke tuin of een Japanse tuin. Daarnaast kent de volkstuin allerlei tussenvormen waarin nuts-gewassen en siergewassen door elkaar worden geteeld.

Afhankelijk van de gemeentelijke bouwvoorschriften mogen er opstallen op de tuin staan: een platte bak, een kas, een schuurtje of een tuinhuis. In sommige tuinhuizen mag gedurende de zomerperiode (april/oktober) overnacht worden, dat wordt dan door de gemeente in een vergunning geregeld.

Net zoals de tuinen, verschillen de volkstuinders zelf. Jong en oud, man en vrouw, van alle kleuren, rangen en standen: volkstuinders vormen een dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking.

Volgens Van Dale is een volkstuin "een klein lapje grond, van overheidswege beschikbaar gesteld, waarop door de stadsbewoners voedings- en siergewassen worden geteeld (voor vermaak of als bijvoeding)". Men kan zich afvragen of deze omschrijving volledig is. In ieder geval geeft het wel het belangrijkste aspect weer, te weten "het tuinieren".
Als men een volkstuin wil huren zal men zich er dus terdege van bewust moeten zijn dat de tuin op de eerste plaats komt. Volkstuinen is een actieve recreatie waarbij de werkzaamheden zich niet alleen beperken tot de eigen tuin, maar zich uitstrekken tot het terrein van de gehele tuingroep.

Aan het eind van de 19de eeuw trachtte men de belangen van de arbeidende klasse te bevorderen door tuingrondverhuring aan werklieden en daarmee gelijk te stellen personen. Arbeiderstuinen werden uitgegeven tegen matige huur - een noodzakelijke voorwaarde - met de bedoeling, dat de grond door de gebruikers in hun vrije tijd zou worden bewerkt, voornamelijk voor de teelt van aardappelen en groenten voor de eigen consumptie.


Toen de oorlog in augustus 1914 uitbrak, was het terstond al duidelijk dat de voedselvoorziening in Nederland moeilijkheden zou gaan ondervinden. Naarmate de oorlog vorderde, nam het gebruik van volkstuinen toe.
Het jaar 1921 was een keerpunt in het gebruik van de volkstuinen. Aangezien er geen direct voedselgebrek meer was, veranderde het karakter van de volkstuin steeds meer in een recreatie-tuin. Alleen rondom de Tweede Wereldoorlog was de volkstuin nog van grote betekenis voor de voedselproductie. 

Voor meer informatie Wikipedia bijvoorbeeld.